Cactus Pears - Hoorbare Stilte

door Federica Alexakis

Een verhaal dat leeft, is er een waarin niet alles uitgesproken hoeft te worden. Cactus Pears begrijpt dat. Hier spreekt de stilte luider dan woorden. Alles krijgt betekenis in wat achterblijft.

Als hoop ver weg lijkt, waarin valt er dan nog troost te vinden? In Cactus Pears lijkt alle hoop verdwenen als Anand (Bhushaan Manoj) hoort dat zijn vader is overleden en moet terugkeren naar zijn geboortestad Kharshinde om deel te nemen aan het traditionele, tien dagen durende rouwritueel. Zodra de verloren zoon is wedergekeerd, verandert zijn leven in een gevangenis zonder tralies. Het ritueel bevat veel regels, die het rouwproces zouden moeten vergemakkelijken, maar voor Anand voelt het eerder aan als een verstikkend keurslijf. Zijn enige lichtpuntje wordt zijn jeugdvriend Balya (Suraaj Suman), met wie hij een diepe, vergeten connectie herontdekt.

Met die vergeten connectie kleurt regisseur Rohan Parashuram Kanawade Cactus Pears in. De weigering om hun liefde groots of luid te laten zijn, gebruikt hij om het conventionele coming-outnarratief opzij te schuiven en plaats te maken voor vernieuwing. Waar veel films inzetten op uitgesproken activisme of heroïsch verzet tegenover een vijandige maatschappij, wordt er hier duidelijk gekozen voor de verstikking van het thuisfront. Zowel Anand als Bayla ervaart druk van hun ouders om te trouwen. Ze krijgen geen ademruimte, dus zoeken ze die van elkaar op. Hun verboden liefde raakt naadloos verweven met de schoonheid van kleine, alledaagse dingen zoals het delen van shampoo, samen eten en lange wandelingen. Op die manier opent Cactus Pears een ruimte waar verlangen mag bestaan zonder verklaard of verdedigd te worden. Anand en Bayla’s liefde is daardoor geen statement, maar eerder een herinnering – aan iets dat misschien ooit was, maar nog steeds sluimert. De keuze om te spelen met de liefde in herinnering maakt de impact universeel, want we kennen allemaal wel die ene persoon, met wie we een onverklaarbare connectie voelen.

Hun liefde lijkt zich buiten het heden af te spelen – ze ademt verleden, verwachting en gemis. De Deense filosoof Søren Kierkegaard beschreef dit soort liefde: eentje die, zelfs als ze niet geleefd kan worden, blijft bestaan als iets wat ons vormt. Niet als wat verloren is, maar als wat een plaats heeft gekregen in wie we zijn. In Either/or schrijft hij: “Zelfs als de tijd alles zou wissen, zelfs de herinnering zelf, zou mijn relatie met jou net zo levend blijven.” Zo leeft ook de band tussen Anand en Bayla voort – hun liefde hoeft niet te worden uitgesproken om echt te zijn.

Dat hun relatie zich ontvouwt in Kharshinde, gelegen in de Indiase stad Sangamner, waar LGBTQ-liefde zelden een stem krijgt, zorgt ervoor dat zelfs de stiltes klinken. In deze omgeving schiet taal tekort, niet enkel door het gebrek aan woorden voor wat Anand voelt,

maar ook door de angst die aan het spreken kleeft. Er is geen plek voor hun expliciete verlangens en daar speelt de cameravoering op in. Een blik die net te lang blijft hangen. Twee lichamen die zich naast elkaar neerleggen op een veldbed met exact genoeg ruimte ertussen om de spanning te laten groeien. Het moment waarop Anands hand blijft rusten op Balya’s rug. Zo is verlangen geen plotpoint meer, maar een zintuigelijke ervaring: het licht schijnt vaak door dunne stoffen, waardoor alles zacht en dof lijkt – alsof we kijken naar een herinnering of naar iets wat niet aangeraakt mag worden.

Of de twee samen de obstakels in hun omgeving weten te overwinnen, is maar een klein deeltje van de film. Cactus Pears gaat niet op zoek naar antwoorden, maar naar iets belangrijkers: ruimte – om te rouwen, om te hopen, om lief te hebben of om simpelweg te zijn. Deze ruimte wordt, zoals Kierkegaard beschreef, deel van ons innerlijk en zindert na als een blik die ooit te lang duurde; als een stilte waarin alles gezegd wordt.