Los reyes del mundo: op weg naar het beloofde land

door Jade van der Moere

Wie heeft er recht op een paradijs op aard en hoe loopt de weg daarnaartoe? In Los reyes del mundo is de wens de vader van de gedachte. In welke vorm dan ook.

Een verlaten weg is omhuld in duisternis, het enige licht is afkomstig van een paar straatlantaarns. Vijf jongens wandelen door de regen. De oudste van hen, Rá, heeft te horen gekregen dat hij de enige erfgenaam is van een groot stuk land in het noorden van Colombia. Hij pakt een steen, wenst dat hij samen met zijn vrienden zal aankomen in zijn beloofde land en gooit de straatlantaarn boven hem kapot. De andere jongens volgen hem. “Ik wil een wereld die mij toebehoort.” – “Ik wil niet ouder worden.” – “Ik wil onzichtbaar zijn, als een schaduw.” Een voor een gaan de straatlantaarns kapot, totdat het beeld compleet zwart wordt. De kaarsen zijn uitgeblazen. Maar komen de wensen uit?

In Los reyes del mundo verlaten vijf straatjongens de drukke, Colombiaanse stad Medellín en beginnen hun reis door de wildernis, op zoek naar een plek waar ze zichzelf kunnen zijn. Onderweg krijgen ze hulp van andere verloren zonderlingen, zoals een groep moederlijke prostituees en een zogenaamde dorpsgek omringd door honden. 

De jongens zijn het slachtoffer van een samenleving waar ze niet in thuis horen. Het beloofde land zal hen nooit toebehoren, omdat ze botsen op een juridisch systeem waar ze niks van begrijpen. Ook al is Rá de enige erfgenaam, ook al heeft hij er recht op. “Alles in deze wereld heeft een eigenaar”, zegt zijn vriend Winny. Alles, zelfs zijn beloofde land is niet meer van hem en dat is het ook nooit geweest. Het verhaal van de held op zoek naar zijn koninkrijk verandert langzaam in het verhaal van de antiheld in zijn tocht naar de onderwereld.

Regisseur Laura Mora creëert een spanningsveld tussen wat zichtbaar is en wat onzichtbaar blijft. Vaak vertaalt de verbeelding van de jongens zich in magisch-realistische taferelen. Een wit paard lijkt hun onzichtbare metgezel en toont soms een glimp van zichzelf. Een grote, witte wolk van mist volgt hen en laat hen soms een verborgen landschap zien waar ze zo naar verlangen. De camera neemt het perspectief aan van een kind, en plaatst zichzelf in de groep door middel van vluchtige handheld bewegingen. Hij rent met hen mee door de wildernis, bevindt zich in het midden van hun watergevecht tijdens het wassen. Wanneer onbekende mannen de jongens ontvoeren, blijft de camera dicht bij hen en voelt hun angst.

Het verhaal van de antiheld, die plaatsvindt in de harde realiteit, laat zo veel mogelijk over aan de verbeelding van de kijker. Rá slaagt er niet in zijn vriendengroep, zijn familie, bij elkaar te houden. Het noodlot van Nano, wanneer onbekende mannen hem met veel geweld uit de groep trekken, krijgen we niet te zien. Tijdens de reis ontstaan er meerdere confrontaties met de dood, maar hun dood wordt telkens uitgesteld.

Wanneer de jongens eindelijk aankomen op hun bestemming, heet het witte paard hen welkom. De mist, die de jongens beschermend omhult, werkt suggestief. We weten genoeg. De wensen zijn vervuld, maar niet in het beloofde land waar de jongens zo naar verlangden.