De artiest achter het campagnebeeld
Interview met Olenka Macassi
Wie even rondkijkt op haar website merkt meteen dat de jonge Peruviaanse conceptuele kunstenaar achter het campagnebeeld van MOOOV Filmfestival 2022, Olenka Macassi uit Lima, een grote voorliefde heeft vooor archiefmateriaal, videokunst, fotografie, het collectieve geheugen en interventies in de publieke ruimte – allemaal om vragen te stellen over de relatie tussen de stad, de geschiedenis en haar inwoners. Maar ze verloor ook haar hart aan cinema, een van de mooiste vormen om een verhaal te vertellen én de reden waarom ze kunst ging studeren en zelf de camera in de hand nam. Het mag dan ook niet verbazen dat haar favoriete film Amator (1979) van Krzysztof Kieslowski is. Een film waarn een doodnormale fabrieksarbeider een 8mm-camera aanschaft en zich als een bezetene compleet verlieist in het capteren van de naakte werkelijkheid.
“Ik zie mezelf als een jonge conceptuele kunstenaar die heel graag aan de slag gaat met de geschiedenis van Latijns-Amerika, maar ook die van Europa”, antwoordt Macassi als we haar vragen om zichzelf te omschrijven. Na het afwerken van haar studies Art & Design (met een specialisatie in fotografie) in Lima trok ze naar Barcelona om er Schone Kunsten en Critical Theory te studeren. Dat zowel Peru als Spanje (en Catalonië) een traumatisch verleden hebben, vormt mee het DNA van haar werk. “Mijn achtergrond, waar ik opgroeide, waar ik studeerde, waar ik naartoe ga; dat neem je mee in alles. De artiest en het werk zijn eigenlijk één en hetzelfde. Mijn werk valt dan ook samen met mijn persoon. Dat kan ook niet anders als je écht iets wilt veranderen.”
Met haar fascinatie voor de rol van de toevallige burger op straat, de rol van de kijker in audiovisuele kunst en haar politiek gemotiveerd werk is Olenka Macassi de geknipte persoon om het campagnebeeld van MOOOV Filmfestival 2022 vorm te geven. En om te zorgen voor een vernieuwende stijlbreuk. “Ik wilde iets volledig nieuw brengen. Foto’s waren uitgesloten. Dus begon ik aan een reflectieproces diep in mezelf.”
De figuur op het campagnebeeld komt uit een klein fragment van de beroemde omslag van het boek The Society of the Spectacle (1967) van de Franse theoreticus Guy Debord. Hoe kwam je daarbij?
“Bij het reflecteren over hoe ik het beeld zou afscheiden van alle andere MOOOV-posters kwam ik terecht bij de positie van wij als kijker, en meerbepaald ikzelf als jurylid op een filmfestival. Dat bracht me tot de cover van The Society of the Spectacle, dat een keiharde kritiek vormt op de consumentencultuur, de massamedia en hoe alles beheerst wordt door ‘spektakel’. Op de cover van Guy Debords boek zie je een grote groep piekfijn uitgedoste mensen kijken naar wat wellicht een cinemascherm is. Het zien er stuk voor stuk serieuze, elitaire, geprivilegieerde personen uit. Dat herinnerde me eraan welk beeld heel wat filmliefhebbers hebben van ‘de filmcriticus’ of ‘de academicus’. Ik wilde deze referentie dus absoluut mee in het campagnebeeld, want voor een stuk representeert de figuur ons allemaal als toeschouwer – maar misschien vooral mezelf: als juryy, als criticus. Wat zijn we o zo vervelend! Met onze fancy kleren en onze fancy mening (lacht)…
Bovendien viel mijn oog op deze specifieke persoon omdat het gaat om een ambigue figuur. Is het een man? Is het een vrouw? Dat had ik nodig, omdat ik niemand specifiek wilde positioneren. De persoon is slechts ‘iemand’. Het maakt niet uit wie je bent, iedereen kan van film houden.”
Het beeld haalt onze ervaring als kijker naar de voorgrond. De rol van de kijker in cinema, in kjunst is al decennialang voer voor debat. Waarom is dat aspect ook voor jou zo belangrijk?
“Kunst vond zijn oorsprong in de elite, daarover moeten we niet liegen. Helaas lijkt het nog steeds iets voor de elite. Zeker hier in Lima, waar de meeste ‘kijkers’ deel uitmaken van de hogere klassen in de maatschappij. Dat is een groot probleem. Kunst kan en mag niet beperkt zijn tot de elite. Het is iets waar ik als artiest enorm mee begaan ben. Vandaar dat ik zo gefascineerd ben door interventies in de publieke ruimte, want de kijker die ik wil bereiken, is die op straat, de gewone burger, de toevallige passant. An sich is cinema ook een elitaire ruimte, of toch een ruimte waar niet iedereen toegang toch heeft. Uiteraard zijn er films voor iedereen. Maar zeg nu zelf, die films dagen de kijker toch niet uit? Stellen geen vragen? Persoonlijk vind ik dat cinema de kijker en zijn waarden in vraag moet stellen. Cinema moet empathie oproepen voor bepaalde problemen en gevoelens doen oplaaien die we normaal zelden of nooit ervaren.”
Er is een ander en cruciaal element in het campagnebeeld dat bij een eerste oogopslag misschien niet opvalt: de reflectie in de bril van de persoon. Die laat een frame zien van Charlie Chaplin in zijn iconische film Modern Times (1936), nota bene een film die een kritiek was op de dehumanisatie van arbeiders en dus ook de elite in vraag stelt.
“Ik wilde eerst en vooral een herkenbaar frame kiezen. Chaplin geniet nog steeds wereldwijde bekendheid. Modern Times is, ondanks zijn leeftijd, een film die de meeste mensen kennen. En als je de film niet kent, dan herken je nog altijd Chaplin en zijn kenmerkende bolhoed. Dat het slechts om een reflectie gaat, is van cruciaal belang. Het is wat weggemoffeld in het beeld, en met een reden. Het staat symbool voor hoe wij als kijker vaak vergeten dat een film het resultaat is van hard labeur door een team van creatieve mensen. Veel kijkers staan niet stil bij hoeveel moeite het vergt om een film gemaakt te krijgen, hoeveel mensen voor én achter de camera bezig zijn om die film überhaupt tot in de zalen te kijgen. Die gigantische arbeid wilde ik visualiseren. Voor al diegenen die cinema mee mogelijk maken: regisseurs, producenten, schrijvers, monteurs, geluidsmensen, camera-operatoren, set designers etc. Modern Times is daarvoor een ideale film, want het was een van de eerste grote Hollywoodfilms die de erbarmelijke situatie van arbeiders aankaartte en respect voor hen afdwong.
Een andere interpretatie zou kunnen zijn dat de reflectie helemaal geen film is. Misschien aanschouwt die zorgvoldig geklede persoon wel écht werkende arbeiders of een zwoegend filmteam? Zou dat niet fantastisch zijn: zo’n academicus die effectief dat werk op set bekijkt?”
De toegevoegde kleuren en de compositie van het campagnebeeld zijn dan weer geïnspireerd door Bauhaus, een school die stond voor vernieuwing, sociale vooruitgang, creatieve vrijheid en grootse ambities.
“Het campagnebeeld zonder die kleurrijke elementen vond ik al iets hebben, maar er was nog iets meer nodig. In mijn studio heb ik een opvallende poster van Bauhaus hangen met rood, wit en zwart. Toen ik begon te spelen met kleurelementen koos ik onbewust voor die typische Bauhauskleuren. Natuurlijk past het plaatje wel: ik wilde een breuk met de campagnebeelden van het verleden. Iets nieuws. En Bauhaus was een stijl van verregaande innovatie, van volledige creatieve vrijheid en grote maatschappelijke impact.”
Je creëerde het campagnebeeld, bent jurylid op het festival én je zult ook een workshop in goede banen leiden die volledig in verhouding staat met je artistiek werk: Speculationns, scenarios and other acts of collaboration.
“Ik hou van het creëren van ruimtes waar mensen kunnen speculeren over verhalen en waar ze op hun eigen manier iets tot leven kunnen wekken. In de workshop nodigen we jongeren uit om foto’s, postkaarten, oude familiealbums of zelfs objecten mee te nemen. Via dat bestaand oud materiaal ontdekken we samen hoe je een nieuw verhaal kan vertellen. Collectief tot een verhaal komen is een van de meeste wonderlijke dingen in het leven.”
Op 30 april geeft Olenka een gratis workshop in Turnhout. Mis het niet!