This Is Not a Burial, It’s a Resurrection: Diaspora als de wortel van een nieuwe blik

door Sven Hollebeke

Lesotho, een land volledig omsloten door een ander. Een ongekend en onverkend terrein voor zowat elke westerling. Diasporisch filmmaker Lemohang Jeremiah Mosese biedt ons in This Is Not a Burial, It’s a Resurrection een visionaire, mythische en diepmenselijke inkijk in een gemeenschap die ontworteld dreigt te worden. Met op de barricades een opmerkelijk en melancholisch hoofdpersonage: een tachtigjarige weduwe wiens laatste verzet de spanning demonstreert tussen traditie en identiteit enerzijds en de onvermijdelijke progressie anderzijds. Of is het degressie?

Al van bij de eerste frames – nog voor het verschijnen van de titel – is het duidelijk dat Lemohang Jeremiah Mosese’s opzienbarende This Is Not a Burial, It’s a Resurrection zal gaan over weerstand, over de wil om te ontsnappen aan een opgelegd (nood)lot. Pas nadat we in vage slow-motion beelden een paard zien steigeren om te ontkomen aan de aanval van een gewapend stamlid verschijnt de titel van de film. De eerste échte scène zet meteen de cryptische en poëtische toon. Een trage pan van de camera leidt ons naar een verteller die speelt op een lesiba, een Basotho-snaarinstrument.

Realiteit en mysterie

Hoewel This is Not a Burial gegrond is in de realiteit en in de huidige golf van diasporacinema, zet de film een mysterieus raamverhaal op, alsof we de legendes induiken. Een bejaarde man zit aan de toog en spreekt over de “plains of weeping”, ons uitnodigend (“kom erbij, kinderen”) voor wat “geen doodmars is, noch een begrafenis”, maar “een herrijzenis, de genesis”. Wanneer we de vlaktes van Lesotho in al hun majestueuze kleurenpracht eindelijk te zien krijgen, ontvouwt zich een verhaal over een hechte gemeenschap die op het punt staat zijn heilige grond te verliezen.

Mantoa, een tachtigjarige weduwe, wacht op de terugkeer van haar zoon, haar laatst overblijvende familielid. Hij werkt in Zuid-Afrikaanse goudmijnen. Wanneer ze het nieuws krijgt dat hij overleden is, treft Mantoa – die niets meer om voor te leven heeft – alle voorbereidingen voor haar eigen dood. Ze zoekt zelfs een lokaal bewoner op die haar graf kan graven. Maar net op het moment dat de dood dichterbij sluipt, roept het leven opnieuw. Haar gemeenschap – de graven van hun voorouders incluis – moet wijken voor de aanleg van een dam en een waterreservoir. Verslagen door deze onrechtvaardigheid gaat Mantoa haar allerlaatste strijd aan en inspireert ze haar buren om mee te vechten.

Diasporacinema

Diasporisch filmmaker Lemohang Jeremiah Mosese (° 1980), geboren in het door Zuid-Afrika omgeven land Lesotho, verliet zijn thuis acht jaar geleden. Sinds 2007 maakt hij (kort)films over religie, patriarchale samenlevingen en displacement. Diasporacinema en bij uitbreiding displacement cinema (een equivalente Nederlandse term is niet meteen te vinden) draaide altijd al – gedeeltelijk – rond het gevoel van er niet bij te horen, rond de uiting van angst en ontgoocheling omdat je geen gewaardeerd lid bent van de gemeenschap. Niet op je geboorteplaats, noch op de plaats die je op heden je thuis noemt. Mosese’s tweede langspeler, de essayfilm Mother, I Am Suffocating (2019), toont een symbolische, moederlijke reis in de barre landschappen en drukbevolkte straten van een Afrikaans land. Mosese liet zich hierbij inspireren door het verhaal van zijn eigen moeder.

In zijn nieuwste film speelt de filmmaker op gelijkaardige wijze met zijn stamboom en erfenis. This Is Not a Burial is een mythische hervertelling van het verhaal van het ontruimde dorp van zijn grootmoeder. Diaspora en displacement zitten in elke vezel van Mosese’s werk. In interviews geeft de regisseur aan dat zijn gevoelens, emoties en geest aanwezig zijn in elke scène, in elk frame, in elke thematische uitweiding. Zelfs al woont hij niet meer in Lesotho, toch is het alsof hij er nooit vertrokken is, zegt Mosese. Het doet denken aan het werk en leven van een andere diasporafilmmaker, Jayro Bustamante, die – net als Mosese – vaak tussen Europa en zijn geboorteland (waar hij zich vaak onveilig voelt en constant geviseerd door de overheid weet) pendelt maar enkel verhalen kan en wil vertellen over Guatemala en er van droomt om een nationale cinema op te bouwen.

 

Third cinema erfenis

This Is Not a Burial is opnieuw een voorbeeld van barefooted cinema, een beweging die Mosese startte, geïnspireerd door de politieke Third Cinema in de tweede helft van de twintigste eeuw. Opzet daarbij is de afstand tussen de initiële emotie (bij het idee of oorsprong) en het finale product zo klein mogelijk te houden. De woede en veerkracht ten opzichte van de hedendaagse postkoloniale (Zuid-)Afrikaanse maatschappij is samengebald in en veruiterlijkt door Mantoa, een personage dat stormachtig en daadkrachtig is als geen ander.

Gedragen door een onvergetelijke vertolking door de ervaren Zuid-Afrikaanse actrice Mary Twala Mhlongo wordt Mantoa een krijger voor rechtvaardigheid en spiritualiteit. Haar blik en haar gerimpelde huid betoveren de camera en trekken ons steeds verder naar binnen. Ze is het weerbarstig centrum van een portret over verdriet, rouw, leven, dood, een ruraal bestaan en zoveel meer. De goden mogen dan Mantoa en haar gemeenschap in de steek hebben gelaten, ze weigert haar wens op te geven om begraven te worden naast haar op hetzelfde land geboren voorouders.

Persoonlijk volksverhaal

Mosese’s fictiedebuut is een imposant en beladen volksverhaal dat een duidelijke, persoonlijke stempel draagt. Al is visie wellicht een beter woord. Zelden zag een film dermate bezeten door de dood er zo begeesterend mooi uit. De textuur van de visuele stijl van de cineast is verwant aan die van Renaissance-schilderkunst. De cinematografie van Pierre de Villiers favoriseert hoge contrasten, pikzwarte interieurs en korrelige stillevens. Toch overmannen de adembenemende beelden nooit de specificiteit van plaats. Bijwijlen lijkt de film beïnvloed door de Hongaarse regisseur Béla Tarr, artistieke Sovjet-cinema en expressionistische schilders als Käthe Kollwitz.

Maar wanneer Mantoa – omvangen door schaduwen, zittend op haar bed en gekleed in het zwart – in beeld komt wordt er (onbewust) verwezen naar een andere auteur-regisseur: Pedro Costa. De specificiteit van Lesotho maakt van This Is Not a Burial uiteraard een unieke ervaring, maar visueel (en thematisch) leunt de film dicht aan bij de existentiële angst (en hoop) van Costa’s modernistische portretten van immigranten in de nu vernietigde Fontainhas-wijk, een arme buurt in Lissabon. In zijn nachtscènes is This Is not a Burial doordrenkt van de wereld van dromen en/of nachtmerries. Geframed in de aloude Academy Ratio is Mantoa een Costa-protagonist bij uitstek. Het is haar weerbarstigheid en felle strijd – in tegenstelling tot Costa’s eeuwig lijdende personages – die Mantoa ontdoet van het juk van de vergelijking. Als een betoverde heks staat ze klaar om de kapitalistische indringers te verdrijven.

Dit is trouwens enkel de meest recente strijd van het Lesothaanse dorpje, na het leven onder de controle van de Franse missionarissen in de 19de eeuw en onder dat van het kolonialisme later. De film is een vurige oproep tot bewustwording van diasporagevoelens en gedwongen ontheemding. Geholpen door Yu Miyashita’s onheilspellende score en een bijna voelbaar sound design is deze magisch-realistische fabel niet zomaar een oefening in visionair Afrikaans filmmaken. Het is het resultaat én bewijs van een nieuwe stem, maar wel een die zich al volledig bewust is van zijn eigenheid en vermogen. Lemohang Jeremiah Mosese mag dan worstelen met zich thuis te voelen, zijn films zullen altijd thuis zijn in elke cinema, waar ook ter wereld.